Waarom voelt een techniekaanpassing soms vreemd aan?
Wanneer je je zwemtechniek aanpast, voelt dat in het begin vaak raar, onnatuurlijk of zelfs verkeerd aan. Dat is volkomen normaal. Elke technische wijziging – hoe klein ook – doorbreekt automatische patronen die je lichaam gewend is. Het gevoel dat “iets niet klopt” is eigenlijk een goed teken: je lichaam leert iets nieuws.
Techniek aanleren = gewoontes doorbreken
Je huidige zwemtechniek is gebaseerd op gewoontes en herhalingen. Zelfs als die techniek niet 100% correct is, voelt ze wél natuurlijk aan omdat je lichaam eraan gewend is geraakt. Wanneer je iets verandert, bijvoorbeeld:
-
je elleboog hoger brengen tijdens de catch
-
je hand/arm breder insteken
-
je hoofd minder ver draaien bij ademhalen
-
je benen sneller bewegen of je slagfrequentie aanpassen
… dan klopt het gevoel tijdelijk niet meer met wat je gewend bent.
Veelvoorkomende reacties:
-
“Dit voelt trager aan.”
-
“Ik verlies mijn ritme.”
-
“Het watergevoel is helemaal weg.”
-
“Het lijkt alsof ik slechter zwem dan voorheen.”
Deze gevoelens zijn tijdelijk en horen bij het herprogrammeren van je bewegingspatroon.
Herhalen, voelen, aanpassen
Techniekaanpassingen vergen herhaling en bewuste aandacht. Denk aan:
-
Herhaal korte technische drills gericht op één detail.
-
Combineer voelen met feedback (zoals via videoanalyse of coachadvies).
-
Verwacht niet meteen snelheid of souplesse – dat komt later.
Door vaker te oefenen, leert je lichaam het nieuwe patroon herkennen en aanvoelen als “normaal”. Pas daarna wordt het automatisch, efficiënt én sneller.
Coachadvies bij techniekverandering:
-
Verwacht geen onmiddellijke verbetering in snelheid.
-
Focus op consistente uitvoering, niet snelheid.
-
Gebruik hulpmiddelen zoals snorkel, peddels of tempo trainer om je aandacht te richten op het juiste aspect.
-
Blijf vertrouwen in het leerproces – het vreemde gevoel is een teken van groei.